Rouwverwerking
Coaching binnen de maieutics-school is op twee grondervaringen gebaseerd: de twijfel-ervaring en de totaliteitservaring. Dit betekent dat existentiële thema’s die speciaal voor coaching in aanmerking komen – waaronder rouwverwerking – vanuit het perspectief van beide ervaringen worden benaderd. Dit houdt concreet in dat van het betreffende thema enerzijds de (pijnlijke) schaduwkanten en bijbehorende twijfels aan bod komen, maar dat anderzijds wordt gezocht naar troostrijke, metafysische inzichten. Want in tegenstelling tot de filosofische praktijk van Harm van der Gaag betekent coaching volgens de maieutics-school dat een cliënt niet alleen met vragen, maar ook – indien mogelijk – met antwoorden naar huis gaat.
In het geval van rouwverwerking is meteen duidelijk dat het gaat om een diep beleefde twijfelervaring. In sommige gevallen, wanneer het leed zeer groot is, kan zo’n twijfel-ervaring uitgroeien tot een zogeheten radicale twijfelervaring. Tijdens zo’n ervaring ervaart de rouwende een psychisch lijden dat zijn of haar gehele existentie – en daarmee mogelijk (de zin van) het bestaan überhaupt – op de grondvesten laat schudden. Men twijfelt aan de fragiliteit van het eigen, wellicht met schuld- en andere gevoelens overladen bestaan, waardoor men kan gaan twijfelen aan de algehele zin van het vergankelijke leven. Zeker indien een spiritueel perspectief ontbreekt, dan wel zeer negatief is beladen (bijvoorbeeld met vooruitzicht van straf = de hel), kan de dood van een geliefde of de wetenschap van de eigen dood schokkend zijn. Komt men niet verder dan deze tragische twijfelervaring, dan resteert slechts een onzeker verwijlen in de eindige werkelijkheid.
Uit de literatuur over de totaliteitservaring is echter gebleken dat deze ervaring – waarin men de eindige werkelijkheid nu juist overstijgt – voor nabestaanden bijzonder inspirerend kan zijn. En dan niet nabe-staanden die zelf zo’n ervaring hebben gehad, want die kijken sowieso héél anders tegen de dood aan dan voorheen, maar met name nabestaanden die van de totaliteitservaring kennisnemen. Slechte rouwverwerking kan leiden tot allerlei problemen, zoals alcoholisme en zelf-verwaarlozing, met ernstige consequenties. Maar volgens dr. Penny Sartori, die haar dissertatie wijdde aan de nabij-de-dood-ervaring (ofwel bijna-doodervaring = BDE), biedt het lezen over die erva-ring gelukkig soelaas. Zo schrijft ze het volgende:
“Het lezen van verslagen over BDE’s is […] nuttig voor mensen die rouwen om het verlies van dierbaren en veel rouwtherapeuten raden hun cliënten aan zich in BDE-literatuur te verdiepen. Wat mijzelf betreft: mijn kennis over BDE’s heeft beslist een groot verschil gemaakt in de manier waarop ik sinds mijn onderzoek omga met het verlies van dierbaren. Het nam de pijn en het verdriet niet weg, maar het hielp die gevoelens te verzachten. Ook vrienden die ik boeken over BDE’s aanraadde, hadden er steun aan” (Sartori, Levensvreugde na BDE’s, p. 180).
Vandaar dat de missie van auteurs als Dennis, Sheila en Matthew Linn erin bestaat om ‘gewone’ mensen, dus mensen zonder totaliteitservaring, in woord en geschrift aan te moedigen om te profiteren van de rijke inzichten die deze ervaring biedt. Aansluitend verscheen hun boek Het geschenk van bijna-doodervaringen. Je hoeft niet te sterven om wonderen te ervaren. Daarmee begeven de Linns zich rechtstreeks in de sporen van psycholoog Kenneth Ring en socioloog Charles Flynn, die reeds in de 20e eeuw hun studenten via speciale cursussen op de universiteit tot hetzelfde probeerden te bewegen. Met succes!
Een bekend voorbeeld in het geval van rouwverwerking is dat van het Amerikaanse jongetje Colton Burpo. De vierjari-ge Colton krijgt tijdens een operatie aan zijn blindedarm een nabij-de-dood-ervaring (NDE). Uit onderzoek blijkt dat circa 90 procent van kinderen in kritieke toestand zo’n ervaring krijgt. Twee elementen uit Coltons ervaring zijn hier van speciaal belang. Ten eerste ‘ziet’ hij in de non-lokale ofwel metafysische ruimte, waarin zijn bewustzijn op dat moment vertoeft, diens overleden grootvader. Niet dat hij die ooit heeft gekend, maar later wordt via een foto geverifieerd dat het zijn grootvader blijkt te zijn! Ten tweede, minstens zo opmerkelijk, ‘ontmoet’ Colton in de non-lokale ruimte diens ongeboren zusje.
Dat laatste element is extra fascinerend, speciaal in verband met rouwverwerking. Coltons ouders hebben hem namelijk nooit eerder over dat zusje verteld, sterker nog, ze wisten zelf niet eens dat het een meisje was, want het kindje stierf reeds in de buik van de moeder. Het had bijgevolg ook nooit een naam gekregen, waarvan Colton getuigt. Wèl werd duidelijk dat het echt zijn zusje is en dat dit meisje, of althans haar ziel, nooit verloren is gegaan, ondanks haar fysieke dood.
Tegenwoordig is Colton een volwassen man van in de twintig. Naar eigen zeggen heeft hij alleen al door over zijn ervaring te vertellen veel mensen getroost. Dood blijkt niet dood te zijn, oftewel Heaven is for Real (aldus de gelijknamige titel van het boek en de film, geba-seerd op Coltons NDE). Hieronder volgt een interview met hem en zijn vader, Todd Burpo. In dit fragment bespreekt vader Todd miskramen en abortussen en maakt duidelijk dat deze kinderen nooit verloren zullen gaan, maar blijven leven in de metafysische ruimte.