De totaliteitservaring
De tweede filosofische grond-ervaring die voor de maieutics school het uitgangspunt vormt, is aanmerkelijk minder profaan dan de twijfelervaring en daardoor lang niet voor iedereen onmid-dellijk herkenbaar. Het betreft de totaliteitservaring – een term die onder meer door de Nederlandse metafysicus Herman Berger (1924-2016) is geïntroduceerd.
Deze exceptionele ervaring is een soort mystieke ervaring en kan in principe iedereen overkomen. Een bekende variant is de zogeheten bijna-dood-ervaring (BDE), door moderne onderzoekers ook wel de nabij-de-dood-ervaring (NDE) genoemd. Sinds de jaren zeventig van de 20e eeuw, te begin-nen bij de Amerikaanse filosoof en psychiater Raymond Moody (*1944), is naar deze ervaring op internationale schaal wetenschappelijk onder-zoek verricht – in Nederland met name door cardioloog Pim van Lommel (*1943). Daardoor weten we er inmiddels al tamelijk veel over.
Tijdens de totaliteitservaring ontdekt men vaak dat men niet identiek is aan het fysieke lichaam. Het eigenlijke ‘ik’ is geestelijk en bevindt zich in wat men een hogere dimensie zou kunnen noemen. Het bewustzijn is op dat moment veel groter dan het bewustzijn waarover we doorgaans beschikken. Soms ontmoet men overleden dierbaren en wezens van licht. Op dit diepere, metafysische niveau van bestaan leert men dat alle afzonderlijke zijnden met elkaar zijn verbonden en er dus geen sprake is van een echt onderscheid tussen mensen, dieren en dingen, doch veeleer van een eenheid of totaliteit.
Vaak gaat men tijdens en ook na een totaliteits-ervaring het geleefde leven evalueren. Daardoor krijgt het concrete leven niet zelden een andere invulling. Men verandert nogal eens van baan, interesses, vrienden en zelfs van partner. Men gaat intenser over het leven nadenken en krijgt bijgevolg belangstelling voor filosofie en wetenschap, zodat ook de totaliteits-ervaring, net als de twijfelervaring, een soort motor wordt achter het filosoferen. Daarom is ook zij een echte, filosofische grondervaring.
Verreweg de belangrijkste les die men via de totali-teitservaring leert, is dat alles uit liefde bestaat en eruit voortkomt. Liefde blijkt dus veel méér te zijn dan enkel een menselijke emotie. Het oerbeginsel (archè) dat door de traditionele theologie ‘God’ wordt ge-noemd, is een realiteit die in gewone taal het best als Onvoorwaardelijke Liefde kan worden omschreven.